Reddingsstrook vormen
WANNEER EN WAAR REDDINGSSTROOK VORMEN?
Zodra er file is, moet je preventief ruimte vrijmaken om een reddingsstrook te vormen voor de hulpdiensten.
Je moet altijd op voorhand plaats vrij maken, opdat de hulpdiensten vlot doorkunnen als dat nodig is.
Je bent verplicht een reddingsstrook te vormen op alle Belgische wegen waar minstens twee rijstroken zijn in de richting die je volgt.
WAT JE NOG MOET WETEN OVER DE REDDINGSSTROOK
De vrijgemaakte ruimte vormt een reddingsstrook die bedoeld is voor prioritaire voertuigen: ziekenwagen, brandweer, politie, enz. Prioritaire voertuigen hebben een blauw zwaailicht en een sirene. Al hoeven ze die niet verplicht op te zetten om de reddingsstrook te mogen gebruiken.
Je mag niet op de pechstrook gaan staan om een reddingsstrook te vormen. De pechstrook moet je vrijlaten (voor bv. takeldiensten).
Je mag ook geen fietspad of busstrook gebruiken om preventief ruimte te maken voor een reddingsstrook.
In de praktijk kan het toch gebeuren dat prioritaire voertuigen te weinig plaats hebben om door te kunnen. Op dat moment moet je wél even over een pechstrook, fietspad of busbaan rijden. Wees altijd uiterst voorzichtig en breng nooit andere weggebruikers in gevaar.
Motorrijders mogen gebruik maken van de reddingsstrook, maar alleen als er geen prioritair voertuig nadert. De voorwaarden blijven dezelfde als bij filevorming: ze mogen maximaal 50 km/u rijden en het snelheidsverschil met de andere voertuigen in de file mag niet meer dan 20 km/u zijn.
HOE MOET JE EEN REDDINGSSTROOK VORMEN?
Voertuigen op de linkerrijstrook moet uiterst links gaan staan.
Voertuigen op de andere rijstroken moeten zich zoveel mogelijk naar rechts verplaatsen binnen de rijbaan.